Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen

 

Artikel 26
1
Voor de eerste vaststelling van het recht op uitkering ingevolge de WAO, bedoeld in artikel 23, eerste lid, voor de in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, bedoelde beroepsmilitair die op het tijdstip van aanvang van fase 1 van deze wet 52 weken of langer arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO, is de door Onze Minister van Defensie vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid, bedoeld in artikel E6 van de Amp-wet, bepalend.
2
Ten aanzien van de in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, bedoelde beroepsmilitair die op het tijdstip van aanvang van fase 1 van deze wet 52 weken of langer arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO, ten aanzien van wie op de dag voorafgaande aan dat tijdstip de mate van arbeidsongeschiktheid, bedoeld in artikel E6 van de Amp-wet , nog niet is vastgesteld, wordt de mate van arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO voor de eerste vaststelling van het recht op uitkering ingevolge de WAO, bedoeld in artikel 23, eerste lid, vastgesteld binnen een termijn van drie maanden na het vorenbedoelde tijdstip.
3
Voor de eerste vaststelling van het recht op uitkering ingevolge de WAO, bedoeld in artikel 23, eerste lid, voor de in artikel 22, eerste lid, onderdeel c, bedoelde gewezen beroepsmilitair, is de door Onze Minister van Defensie vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid, bedoeld in artikel E6 van de Amp-wet , bepalend.
4
Voor de eerste vaststelling van het recht op uitkering ingevolge de WAO, bedoeld in artikel 23, eerste lid, voor de in artikel 22, eerste lid, onderdeel d, bedoelde gewezen beroepsmilitair, is de mate van arbeidsongeschiktheid, waarnaar zijn uitkering overeenkomstig de normen van de WAO is berekend, bepalend.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •